In zijn “state of the union” 2017 toespraak oreerde de voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, er o.a. over om de eurozone tot alle EU-lidstaten uit te breiden. Als grof kader voor zijn “verenigd, sterker en democratischer Europa” (sic!) noemde hij het jaar 2025. Over acht jaar moet het dus zover zijn.
Zo zei hij letterlijk: “Als we willen dat de euro ons continent meer verenigt dan splijt, dan zou hij meer moeten zijn dan de munt van een uitgekozen groep landen. De euro is ertoe voorbestemd om de uniforme munteenheid van de Europese Unie als geheel te zijn.” Dus alle landen, op Denemarken na, dat de gemeenschappelijke munt absoluut niet wil hebben.
Deze muntunie zal dan echter een groot probleem hebben: nu al staan economisch sterkere landen (bijv. Duitsland, Oostenrijk, Nederland . . .) en de zwakkere landen (bijv. Griekenland, Italië, Spanje, Portugal . . .) tegenover elkaar, daar tussenin nog enkele die hun eigen probleempjes hebben (bijv. Frankrijk of Ierland). Tot op Zweden en het opkomende Tsjechië na zouden er dan echter feitelijk alleen nog maar landen bijkomen die economisch niet bepaald excelleren. Bulgarije en Roemenië als voorbeeld.
Dat betekent: zolang de actuele problemen van de eurozone niet zijn opgelost, zou het in feite een zelfmoord met vooraankondiging zijn wanneer men – zoals al bij Griekenland & Co – de eurozone om politieke redenen uitbreidt, zonder daarbij echter te letten op de financiële en economische randvoorwaarden.
https://ejbron.wordpress.com/2017/09/17/junckers-eurozone-plannen-zijn-gevaarlijk/
Mike