Jan heeft weer een prachtstuk geschreven:
JanBennink
janbennink.com
Aan Nederlandse Boeren en Burgers,
Truckers, Dokwerkers,
Vissers en Zeelieden,
Artsen en Wetenschappers,
Journalisten en Columnisten,
Bouwvakkers en Kakkers.
Aan alle Pastoors, Dominees, Wappies én Wouten en aan die enkele politici die de euvele moed hadden het aanbod dat niet geweigerd mocht worden, toch af te slaan.
Aan iedereen die wakker is.
Aan alle Nederlanders die klaar zijn met wegkijken, excuses zoeken en vergoelijken.
Die zien dat het zo niet verder kan.
Aan de Nederlanders van welke kleur, geloof en afkomst dan ook, die het monster recht in het arrogante smoelwerk durven kijken.
Die beseffen dat ons ooit zo trotse schip van staat bewust naar de wal wordt gestuurd, om op een door schande en tranen besmeurd strand te worden ontmanteld.
Die zien dat de ingeslagen koers tot een heilloze toekomst leidt.
Zonder God, maar met draconische geboden.
Aan iedereen die ziet dat de wijde poort, van wegkijken en verder vegeteren, naar de afgrond leidt, voor ons én onze kinderen.
Die ziet dat een Nederland zonder onze boeren, niet langer ons Nederland is.
Zonder weiden en vee. Zonder kaas of melk.
Zonder het onmisbare voorbeeld van hen die nog in het zweet des aanschijns hun brood verdienen en daarmee ons brood uit de grond toveren.
Zonder hun onschatbare kennis en ervaring in millennia opgebouwd.
Een land zonder wereldberoemde kleuren of landelijke geuren.
Een verloren land Van Foodhubs en Kolchozen van vlees dat uit soja wordt geprint door robots en mannen in witte pakken. Van velden vol turbines en plastic. Vol distributiecentra en wegen waar iedereen wiens app op groen staat om te reizen, dociel hetzelfde tempo rijdt.
Aan iedereen die inziet dat het bekakte Rupsje Nooitgenoeg, dat nu de boeren in zijn kaken heeft, niet stopt met vreten als we onze boeren offeren op het altaar van onze onverschilligheid.
Dat hierna opa en oma aan de beurt zijn omdat ze te veel kosten. Onze ouders, omdat ze te groot wonen en te dicht bij een natuurgebied.
Dat niet alleen de boeren kippen, varkens en runderen hun leven niet zeker zijn, maar ook ons hondje en die lieve poes.
Dat we uiteindelijk zelf zonder bezit, zonder kinderen, verder mogen kniezen in een steriele pod tot de app op onze geïmplanteerde chip, rood uitslaat, omdat onze last onze productiviteit overstijgt.
Aan iedereen die niet alleen de leugens doorprikt, maar er ook een nieuwe waarheid tegenover wil zetten.
Samen.
Samen zijn we met pakweg 17 miljoen mensen. Een volk dat veel te lang de wet is voorgeschreven. Dat veel te lang niet in hun waarde is gelaten.
Samen zijn we nog steeds het volk dat de Spanjaarden versloeg en de Engelsen. Dat de wereld overheerste. Dat het afgrijselijke New York verkocht, voor het prachtige Suriname. De Dollar haar naam gaf, de Barentszzee én Nieuw Zeeland. De tweede producent van voedsel ter wereld. Een Godswonder, door de boer geschapen.
Het land waar zelfs de Tsaar op stage ging.
Samen!
Alleen “samen” gaat ons redden van deze kaping, uit deze drukcabine waarin wij elkaar paniekerig aanstaren en ons zwijgend afvragen wat te doen. En wie het eerste in beweging komt. Terwijl de stuurknuppel strak naar voren staat gericht en de troostende woordjes door de interkom steeds schriller, valser en onheilspellender klinken.
Alleen samen krijgen we de deur van die cockpit open en pakken we de stuurknuppel weer terug in onze eigen handen.
En denk niet dat wij niet kunnen vliegen!
Dat wij hen nodig hebben om ons te dragen.
We konden zelf vliegen vanaf onze geboorte. We hebben ons alleen laten kortwieken.
Samen! Uitgerekend het meest misbruikte woordje van deze zieke tijd, kan het verschil nog maken.
Samen moeten we dit veldje rooien.
Samen dit varkentje wassen.
Samen dit appeltje schillen.
Morgen! Maandag, vier Juli vliegen we samen.