In een brandstofdepot in de omgeving van de Russische stad Brjansk, op zo’n 150 kilometer van de Oekraïense grens,
is brand uitgebroken. Brjansk vormt een logistieke basis voor het offensief dat het Russische leger uitvoert in Oekraïne.
Het depot is van het staatsbedrijf Transneft, dat oliepijpleidingen beheert. Eerder voerde het Oekraïense leger aanvallen uit op een dorp bij Brjansk. En begin deze maand zei de gouverneur van grensregio Belgorod dat Oekraïense helikopters een brandstofdepot hadden aangevallen.
Twee spoorlijnen verwoest
Na deze aanval op Russisch grondgebied heeft Rusland geprobeerd een enorme hoeveelheid dodelijke wapens die uit Polen kwamen te vernietigen en de doorgang ervan te stoppen,
laat journalist Sonja van den Ende weten. Ze reist al enige tijd mee met het Russische leger.
In de regio Rivne zijn twee spoorlijnen door het Russische leger verwoest, zo heeft het hoofd van de regio bevestigd. De mainstream media
melden dat in Oekraïne vijf spoorwegstations onder vuur zijn komen te liggen. Daarbij zou een onbekend aantal slachtoffers zijn gevallen. De stations liggen in West- en Centraal-Oekraïne.
Van den Ende merkt op dat de stations worden gebruikt om militair materieel op te slaan. Het gaat daarbij om zware wapens die vanuit NAVO-landen naar Oekraïne zijn gestuurd, aldus de journalist.
Uit de buurt blijven
Volgens Van den Ende is voor 800 miljoen dollar aan dodelijke Amerikaanse wapens onderweg naar het land. Deze wapens mogen de rivier de Dnjepr niet oversteken, werd zondag gewaarschuwd.
Die dag werden Oekraïners opgeroepen uit de buurt te blijven van treinstations in het westen van Oekraïne. Het materieel zou met Amerikaanse militaire vrachtvliegtuigen naar Polen zijn gebracht en per spoor naar Oekraïne worden vervoerd.