Quote:
[…]
Het Cees-model
Mijn slager, Cees, is niet biologisch, omdat hij dat niet wil. Biologisch zijn kost namelijk geld - dat dan weer moet worden doorberekend aan de klant - en is lastig. Cees maakt namelijk ook soepen en stoofschotels. Soms bedenkt hij op maandagmorgen dat het tijd is voor erwtensoep en dan maakt hij die. Als hij een biologische slager was, dan zouden alle ingrediënten van de erwtensoep biologisch moeten zijn. En dat zou allemaal moeten worden geadministreerd en gecontroleerd. Cees wil gewoon goed vlees verkopen en lekker eten maken.
Cees is wel volledig open over zijn koopwaar. Als ik hem zou vragen wat er in zijn soep zit, dan zou hij mijn vraag beantwoorden. Ook over de herkomst van zijn dieren kan hij mij alles vertellen, waar de dieren hebben geleefd en hoe. En wat ze te eten hebben gehad. Ik heb met hem geen keurmerkrelatie, maar een vertrouwensrelatie. Soms heeft hij perfecte longhaas in huis en vraagt hij of ik er wat van wil. Op andere momenten raadt hij mij af de entrecote te kopen, omdat die nog een weekje moet rijpen.
Hij nam mij zelfs een keer mee naar varkensboerderij de Panhof in Salland, waar hij vlees koopt: twee zeugen en 26 biggen hadden een flink stuk bos en een groot weiland helemaal voor zichzelf. De beesten konden gaan en staan waar ze wilden en ze kregen biologisch voer. Hun staartjes knorden van geluk. Toch hebben de Panhofkarbonades en worsten geen EKO-keurmerk. De boer vindt het te duur. Maar het is biologischer is dan menig biovlees met een logo van goed gedrag. […]
Artikel in de Volkskrant 20140906