Een Euro waar geluid in zit
Ik ben met Harm en Marian, hun zoon Ids, de overoma van Ids en collega Paul met vriendin Fiona met de trein op een zondag naar Antwerpen geweest. Op zoek naar de treinkaartjes die de conducteur graag even wou zien, vond ik een één euromunt in mijn zak. Zonder verdere aanleiding moest ik aan een grapje van mijn Opa denken waar hij, en ik, vroeger smakelijk om kon lachen.
Ik bekijk de munt overdreven uitvoerig en poets hem aan mijn mouw op met de bedoeling de aandacht van Ids te trekken. Het ventje is al snel een en al aandacht voor mijn bezigheden en DE vraag komt dan ook al ras.
"Wat ben je aan het doen Maa'ten?" Zijn R, is nog steeds niet optimaal.
"Ik poets deze euromunt op, dan komt er muziek uit en kan ik er naar luisteren", antwoord ik hem. Ik bekijk de munt of hij glimmend genoeg is geworden en houd hem tegen mijn oor. Ik knik goedkeurend en zachtjes, 'op de maat van de muziek', zit ik me te bewegen. Met open mond zit Ids mij aan te kijken.
"Mag ik ook eens ho'en?" Ik geef hem de euromunt en adviseer hem om de munt eerst goed op te wrijven aan zijn mouw, om op te laden. Vol ijver zit het ventje de munt op zijn mouw tot blinken toe op te wrijven. De munt valt twee keer. Dat mag niet, dan is ie van zijn zender af, opnieuw beginnen met poetsen , adviseer ik hem.
Eindelijk is hij klaar, ik knik van 'Ja' op zijn vraag of het zo goed is. Voorzichtig, alsof het een plechtig gebeuren is, drukt hij met één vingertje de munt tegen zijn oor. Vol aandacht zit hij te luisteren, wenkbrauwen worden gefronst en ik word min of meer verbaasd aangekeken. "Ik hoo' niets." Verklaart het ventje teleurgesteld en hij drukt de munt tegen mijn oor om zijn woorden kracht bij te zetten.
"Inderdaad, ik hoor ook niets, dan hebben ze zeker net pauze", vertel ik hem mijn gedachten.
Slechts even wordt ik met ongeloof aan gekeken, maar dan begint zijn gezicht te stralen. Hij snapt de mop.
Iedereen heeft ons gesprekje gehoord, behalve Oma, die is wat dovig en zit al een hele tijd door het raam naar buiten te kijken. Dan mis je wat er om je heen gebeurt.
Ids wend zich tot zijn Oma.
"Oma, deze munt is een 'adio, die moet je op poetsen en tegen je oo' houden, dan hoo' je muziek."
"Wat zeg je jongen", antwoord oma die de zachte stem van Ids niet heeft verstaan. Hij vertelt het opnieuw, iets luider nu. Vol ijver poetst hij de munt en houd hem tegen het oor van Oma.
"Hoor je het Oma? " vraagt de kleine man met voorbarige pretoogjes om de goede mop die komen gaat.
"Ja, ik hoor het, wat een mooi geluid komt er uit zeg!"
Oma heeft zich aangeleerd om te zeggen dat ze alles hoort. 'Ik ben niet doof hoor!', kraamt ze regelmatig uit. Ook nu geeft ze niet toe.
"Echt?", vraagt Ids stomverbaasd aan zijn oma en drukt dan nieuwsgierig de munt weer tegen zijn eigen oor, "Ik hoo' niets", mompelt hij verbaasd.
"Ze vinden toch wat uit tegenwoordig", zegt Oma tegen niemand in het bijzonder.