Mijn brief richting bovenstaand ministerie:
Ik hoor de regering met enige regelmaat spreken over zaken die al dan niet horen in ‘onze democratie’.
Wat is de democratie waard als volksvertegenwoordigers door leden van het kabinet oppositieleden als ‘onwelriekende reuzel’ kan wegzetten zonder ingrijpen van de voorzitter, maar de regering collectief opstapt als een Kamerlid een suggestie plaatst over een ‘spy college’ en daarmee het debat frustreert?
Wat is de democratie waard als volksvertegenwoordigers eerder elkaar dan de regering de maat nemen via integriteitslijsten, terwijl volksvertegenwoordigers onafhankelijk horen te handelen en dus niet elkaar moeten controleren?
Wat is de democratie waard als er in de media een front wordt gevormd dat pleit voor het verbod op een specifieke omroep of een specifieke politieke partij te verbieden?
Deze vragen tonen aan dat de democratie bedreigd wordt door zowel de regering, alsook door volksvertegenwoordigers en media.
Artikel 92
[1] en 94
[2] van de Grondwet stellen mijns inziens Nederland onder controle van volkenrechtelijke organisaties zoals de VN, het IMF, de EU, het World Economic Forum. De Nederlandse overheid is in mijn ogen dan ook tot niets meer verworden dan een uitvoeringsorganisatie van dit globalistisch-communistische netwerk.
Het is aan de regering om in de basis de nationale rechtsorde te bewaken, niet de internationale zoals artikel 90 van de Grondwet stelt. Er bestaat niet eens een internationale, eenduidige rechtsorde. Alle verdragen en instituties worden meestal slechts door een aantal landen erkend en hebben dus geen rechtsgeldigheid in andere landen.
Zolang Nederland door het genoemde netwerk wordt gerund, is Nederland net zo democratisch als de DDR of Noord-Korea.
Het is teleurstellend dat politici en media niet in lijn met de Platoonse aristocraat
[3] handelen en tegen het belang van de bevolking.
[1] Met inachtneming van, zo nodig, van het bepaalde in artikel 91, derde lid (Indien een verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, kunnen de Kamers de goedkeuring alleen verlenen met ten minste een twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.), kunnen bij of krachtens verdrag aan volkenrechtelijke organisaties bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak worden opgedragen.
[2] Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisatie.
[3] Volgens Plato had een aristocraat zelf-, mensen- en wereldkennis en handelde deze beheerst, rechtvaardig, moedig en verstandig. Ook was de aristocraat muzikaal, sportief en literair onderlegd. Voor meer informatie over de Platoonse filosofie kan ik u en anderen het boek Archeologie van goed en kwaad van Andreas Kinneging aanraden.