Ik zou toch graag 1 van de 3 documenten willen delen met jullie. Heel interessant.
Maar ze zijn precies toch niet voor de "verzadigde vetten" omdat ze een methode gebruiken om die te verminderen en de omega 3 vetzuren te vermeerderen. Maar hoe ze dat doen is te lezen:
Hoeve De Ploeg, sterk in zuivel
Op het melkveebedrijf De Ploeg in Herselt-Blauberg hebben de 100 melkkoeien en het jongvee meer dan 70 ha grasklaver ter beschikking. De gezonde omega-3 melk wordt op het bedrijf verwerkt tot hoevezuivel. Heel de familie werkt mee.
Omschakeling
“Ons bedrijf is wel nog geen biologisch bedrijf maar we schuiven toch op in die richting”, laat Ronny Aerts niets aan duidelijkheid over. “In 2002 hebben we het areaal maïs verminderd van 33 ha naar 23 ha. Met minder maïs in het rantsoen dachten we min of meer op dezelfde wijze verder te voederen, maar dat was een misrekening: het rantsoen klopte niet meer. In 2003 hebben we dan het roer helemaal omgegooid met grasklaver in plaats van maïs. Maar goed dat we konden rekenen op de expertise van Wim Govaerts van het Blivo die toen bedrijven zocht zoals wij ‘in een stadium van omschakeling’.” Ronny is een boeiend verteller, helemaal in de ban van de wondere wereld van de bacteriën. “Op een landbouwbedrijf is het van de werking van deze beestjes dat je het moet hebben: voor het bodemleven, voor een goede melkproductie, en voor de productie van yoghurt en kaas …”
“De dioxinecrisis heeft ons aan het denken gezet. In 1999 hadden wij hier al een trouw cliënteel in de hoevewinkel dat er blindelings in geloofde dat ons bedrijf volledig safe was. Maar was dat wel zo? We werkten toen volledig volgens de gangbare landbouw. Wij konden toch evengoed besmet krachtvoer ontvangen hebben. Dat zou een hele klap geweest zijn voor ons bedrijf. Vanaf toen zijn we gaan denken om meer biologisch te gaan werken.”
In het kader van de graslandvernieuwing worden elk jaar een vijftal hectaren opnieuw ingezaaid, Engels raaigras met 9% witte en 9% rode klaver. In het voorjaar wordt nog de eerste snede van het oude gras geoogst. “Dan ploegen we het oude gras om en zaaien zomergerst en een dag later grasklaver. De snelle groei van de gerst onderdrukt de grasklaver”, gaat Ronny verder. “De gerst wordt eind juli geoogst als gps en gaat mee in de graskuil. Na de gerstoogst krijgt de grasklaver alle kansen om te groeien. We oogsten van deze nieuwe percelen nog de vierde en de vijfde snede.” Het rantsoen van de koeien en van het jongvee bestaat (uitgedrukt in droge stof) uit 15 kg grasklaver aangevuld met 1 tot 1,5 kg draf en 1 tot 1,5 kg pulp om te corrigeren en 1 kg beheersgras, naast mineralen en zouten. De hoogproductieve koeien krijgen daarbij nog maximum 5 kg krachtvoer, een mengsel van vooral maïsmeel met een beetje graan, pulp en lijnzaad. De koeien geven gemiddeld iets meer dan 8000 liter met 4,1% vet en 3,35% eiwit.
Geen bazen en geen knechten
“Nadat mijn vader (Mil), die ondertussen overleden is, mijn grootvader opvolgde, besloot hij samen met mijn moeder (Marie) en zijn schoonbroer Gust in 1961 een vennootschap op te richten. Later is ook nog mijn schoonbroer Lucien erbij gekomen. In 1986 begonnen zij met de productie van boter, plattekaas en yoghurt. Zelfverwerking was een uitweg om meer te kunnen melken. Het was dat of voor enkele vennoten stoppen. Eens de beslissing genomen, kon het niet snel genoeg gaan. Er werd geïnvesteerd in een goed uitgerust verwerkingslokaal en in een winkel. Een jaar later begon mijn vader met kaas, eerder uit nieuwsgierigheid. De kaas viel bij de klanten zeer in de smaak en in 1987 kwam er een kaasafdeling. Mijn vader was bijzonder leergierig en ambitieus om het kaasmaken perfect onder de knie te krijgen. In die mate dat hijzelf na enige tijd werd gevraagd voor praktijkcursussen kaasmakerij.”
“Om alle werk gedaan te krijgen werd de familie ingeschakeld. Als ik het goed heb werken we hier op De Ploeg met negen familieleden, de meesten deeltijds. Nonkel Gust is op pensioen maar komt nog bijna iedere dag een handje toesteken. Zijn dochter Christine is nu samen met mijn vier oudere zussen An, Jeannine, Lea en Ria verantwoordelijk voor de zuivelafdeling, zowel voor de productie als voor de verkoop. Lucien, de echtgenoot van An, doet de boerderij. Mijn vrouw, Chris, doet een deel van de administratie. Ik doe de algemene coördinatie en een deel van de administratie, bereken het rantsoen en ben af en toe in de melkstand te vinden. Verbazend hoe de samenwerking vlot. Hier zijn geen bazen en geen knechten. Elkeen heeft min of meer zijn afdeling: roomijs maken, kaas maken, de nazorg van de kazen, de winkel … In 2001 werd de winkel vergroot en een nieuw rijpingslokaal in gebruik genomen. Het voldoen aan de normen inzake voedselveiligheid, autocontrole en traceerbaarheid was een van de grootste opdrachten van de laatste jaren. Het was een heel karwei om alles op punt te stellen. Vandaag verwerken we ongeveer 450.000 liter melk per jaar. De grootste omzet halen we uit de rechtstreekse verkoop. Daarnaast leveren we aan enkele winkels en aan enkele andere hoevezuivelproducenten. We participeren ook in de voedselteams van Hartenboer.”
Gezondheid
“Nadat we hadden meegewerkt aan een project van de Hogeschool Gent rond probiotica, zijn we begonnen met de productie van probiotische yoghurt. Ook al blijft de medische wereld sceptisch, toch staan de gezondheidsbevorderende effecten van probiotische culturen buiten kijf en hebben we al veel mensen kunnen helpen. Inzake kwaliteit sturen we via onze bedrijfsvoering het vetzuurpatroon van de melk aan met als resultaat minder verzadigde vetzuren en meer omega 3-vetzuren. Het is de klaver in het rantsoen die meer omega-3 vetzuren in de melk aanbrengt. Met klaver kunnen we zelfs de kostprijs van de melk drukken. We moeten minder stikstof strooien en minder eiwitrijk krachtvoer aankopen. Men zegt vaak dat gras zo bewerkelijk is en de opbrengst zo wisselvallig. Wat de voorstanders van maïs ook mogen beweren, voor ons is het duidelijk dat klaver aan de boer veel meer rust geeft.
Daarenboven zit er in klaver - vooral in rode klaver – het enzym polyfenoloxydase die ervoor gaat zorgen dat de onverzadigde vetzuren minder omgezet worden tot verzadigde. Met meer omega-3 in de melk hebben we meteen een oplossing voor het probleem van te harde boter. Een maïsrijk rantsoen geeft meer verzadigde vetten en meer verzadigde vetten geven hardere boter. Kortom, de klanten zijn hier in hun nopjes met onze zachte perfect smeerbare hoeveboter.”
¬Luc Van Dijck
Beheersgras
Hoeve De Ploeg heeft een prijs gekregen voor de beste samenwerking tussen natuur en landbouw voor het project ‘natuurgras’ dat samen met Natuurpunt werd uitgewerkt. De samenwerking komt hierop neer dat Natuurpunt met De Ploeg een vaste afnemer heeft gevonden voor hun beheersgras. Dat structuurrijke gras is bijzonder geschikt om pensverzuring tegen te gaan.
Laat ons even in de koe kijken. In de pens helpen miljarden micro-organismen bij de afbraak van cellulose uit het grasklaverrijke voeder. Een goed werkende, niet verzuurde pens, is de start van een gezonde koe en gezonde melk. Met de afbraak van cellulose komen ook snel verteerbare koolhydraten vrij uit de voedermiddelen die op hun beurt gefermenteerd worden. De hierbij ontstane vetzuren zijn nuttig en worden door de penswand opgenomen maar zullen tevens de pensinhoud verzuren. Een koe met pensverzuring verzwakt, net als de micro-organismen in haar pens. Een van die pensbewoners is Butyrivibrio fibriosolvens. Deze bacterie zet linolzuur en linoleenzuur om in geconjugeerde linolzuren, de zogenaamde CLA’s met hun befaamde positieve invloed op de gezondheid. Zulke beestjes moeten we koesteren.
We moeten dus proberen om de pens te bufferen. Structuurrijk voeder zoals beheershooi ligt hierbij aan de basis. In het speeksel zitten bicarbonaten die een bufferende invloed uitoefenen op de zuur wordende pens. Des te meer structuurvoeder, des te meer speeksel de koe zal produceren en des te groter het bufferend effect. Steekproefsgewijs tellen we regelmatig hoeveel keer een koe herkauwt op een opgerispte brok en sturen bij indien nodig.
Een ander project in het verschiet is ‘agroforestry’, een mooi woord om te zeggen dat de koeien tussen de bomen lopen. Het project kadert in duurzame streekontwikkeling en is een prille aanzet om ook in Vlaanderen te starten met een vorm van gemengde landbouw, waarbij tegelijkertijd hout of vruchten worden geproduceerd en wordt beweid op hetzelfde perceel. Voor koeien die in de zomer buiten lopen, is er meteen een beschutting tegen de zon. Het is belangrijk dat deze pioniersaanpak niet onder het bosdecreet valt – in Vlaanderen worden een paar bomen immers al snel als een bos beschouwd, anders komt de normale bedrijfsvoering in het gedrang.
Goeie melk of niet?