Vandaag moest ik in een email mijn kijk op economie beschrijven. Ik wil jullie dit niet onthouden om de twee tegenovergestelde economische modellen inzichtelijker te maken:
Het eerste model is het socialistische Keynesiaanse model:
Dit model hebben we hier in het westen en vervolgens wereldwijd geexporteerd. Het is gebaseerd op centrale banken die geld uit het niets creeren en hier rente over vragen. Overheden moeten dit geld lenen van de centrale bank om het in circulatie te kunnen brengen en om de rente hierover terug te verdienen, zullen zij het geld middels een rentedragende lening in omloop brengen via de gewone banken, die dit weer aan ons lenen tegen rente, waarbij ze slechts een fractie daadwerkelijk in reserve hoeven te hebben (fractional reserve banking). Dit betekent rente op rente op rente nog voordat het geld in omloop is en door burgers besteed kan worden. Dit noemen we inflatie (letterlijk: opblazen!) van de geldvoorraad en dit gaat ten koste van de koopkracht van de burger, een verborgen belasting dus.
De goudkoppeling is gaandeweg ook steeds meer losgelaten, waardoor de waarde van geld niet meer wordt bepaald door de goudkoers. Geld is hierdoor een papieren eenheid geworden die qua koers afhankelijk is van speculatie op de markt, het zogeheten fiat-geld ('fiat' is vertrouwen). Het vertrouwen van de burger is hierbij cruciaal, want als deze massaal zijn geld van de bank haalt (bank runs, wat met de DSB-bank is gebeurd) zal blijken dat ze hooguit 10% vanuit hun reserve kunnen uitbetalen, daarna gaan de deuren dicht en geven de pinautomaten niets meer. Als de koers van een munteenheid in vrije val gaat door gebrek aan vertrouwen, heb je miljoenen, zo niet miljarden nodig om de allergewoonste dingen te kopen, zoals een brood. Dit is al eerder gebeurd in de geschiedenis: de Duitse Weimar-republiek. Ook hebben we de beurscrash van Wall Street gehad in 1929, slechts 16 jaar na de oprichting in 1913 van de ongrondwettelijke Federal Reserve (die noch federaal is, noch geldreserves heeft).
Nu is er echter sprake van een nog groter pyramidespel, waarbij zogeheten subprime-leningen door de rating agencies een triple A-status toegekend krijgen, maar uiteindelijk gewoon blijken te stinken. Zo lang de huizenprijzen en de olieprijzen blijven stijgen gaat alles goed, maar als deze dalen (en dat gebeurt nu) wordt duidelijk dat niet alleen deze leningen niet deugen, maar vooral ook hun derivatieven (herverpakte en doorverkochte 'triple A'-leningen). Dit is nu volop gaande (denk ook aan autoleningen, studentenleningen en credit card-leningen) en zal leiden tot The Greatest Depression, een wereldwijde financiele crash. Laat je niet misleiden door optimisme en stijgende koersen op de beurs, het is allemaal gebakken lucht die we ook voorafgaand aan de dotcom-crash van 2000 en de instorting van de Amerikaanse huizenmarkt van 2008 zagen.
Zoals gezegd, het Keynesiaanse model, bedacht door de Brit John Maynard Keynes, is socialistisch en het is een model waarbij de economie is gebaseerd op het aangaan en inlossen van rentedragende schulden. Alle religies verbieden rente, omdat banken sociale instellingen horen te zijn en hun taak simpelweg is om geld van burgers in bewaring te houden en niet aan andere burgers door te lenen tegen rente. Hier in Nederland noemen wij dat 'woeker', de islamieten noemen het 'riba' en hun Shariawet verbiedt nog steeds renteheffing. Een bank hoort een nutsbedrijf te zijn en geen prive-onderneming, maar socialisten zijn altijd al erg goed geweest in het besteden van andermans geld. Zo hebben we in 2008 'bailouts' gehad, waarbij overheden met belastinggeld noodlijdende banken behoed hebben voor een faillissement. In Cyprus zijn er al 'bailins' geweest, waarbij de overheid beslag legt op de banktegoeden van burgers en hiermee zijn huishoudboekje balanceert. Dit socialistische model is gebaseerd op economische slavernij en nu exporteren we het ook naar ontwikkeingslanden via 'microkredieten'. Op deze manier bouw je nooit bezit/kapitaal op, omdat je eeuwig in de schuld zit. Dit is de situatie waarin Nederlandse ondernemers en huizeneigenaars allemaal verkeren. De banken lenen hen abstract geld, maar als ze hun schulden niet kunnen betalen pakken ze hun concrete bezit (kapitaal) - hun huis, hun bedrijf - dat als onderpand dient voor de fictieve lening(en).
Na iets meer dan 100 jaar is deze illusie niet langer meer houdbaar en ik voorspel dat nog dit jaar het hele kaarthuis in elkaar zakt.
Het tweede model is de libertarische Oostenrijkse school:
Libertarisme gaat uit van volledige burgervrijheid. In een werkelijke democratie staat de overheid in dienst van de burger en niet andersom. Wij kiezen hen, dus zij werken voor ons. Banken horen daarnaast nutsbedrijven te zijn en geld moet uitsluitend door de overheid zelf worden gedrukt en in omloop worden gebracht, niet door een centrale bank bij wie de overheid onmiddellijk in de schuld staat. Inflatie is in dit model dus ook niet mogelijk, want de overheid beheert zijn eigen portemonnee. Ook moet geld weer aan goud worden gekoppeld. De overheid dient zo klein mogelijk te zijn en uitsluitend basisvoorzieningen mogelijk te maken, waarbij burgervrijheden 100% voorop staan. Het is een individualistisch systeem, geen collectivistisch systeem zoals het socialisme, dat uitgaat van 'solidariteit' en vervolgens de burger een dwingend systeem door de strot duwt, 'in ieders bestwil'.
Het libertarisme gaat uit van zo weinig mogelijk belastingen, waarbij de overheid dus niet voortdurend gaat graaien in het zuurverdiende kapitaal van de hardwerkende burger. Loon- en inkomstenbelasting passen niet in dit systeem, want de burger heeft dit zelf bij elkaar verdiend en de overheid kan hier niet zomaar een deel van opeisen zonder hier zelf iets voor te doen. Het hele systeem is erop gericht om de individuele burger de mogelijkheid te geven om zonder inmenging van de overheid kapitaal op te bouwen. Alleen dan krijg je een werkelijk vrije markt, op basis van eerlijke concurrentie. Als alle subsidies en handelsovereenkomsten wegvallen, moeten producenten de burger simpelweg een goed en eerlijk product aanbieden. Zo niet, dan haakt deze af als klant en zal je bedrijf geen overlevingskansen hebben. Kleinschaligheid is hierbij een sleutelwoord. In een libertarisch systeem zal de overheid waken dat er geen kartelvorming plaatsvindt, waarbij gigantische kolossen kleine bedrijven opslokken en zo de concurrentie uit de weg ruimen en een monopolie creeren. Onderlinge prijsafspraken worden ook tegengegaan.
Dit economische systeem is het tegenovergestelde van de Keynesiaanse schuldeconomie, omdat het uitgaat van kapitaalopbouw. Bezit dus en geen schuld. Van de burger wordt verwacht dat hij/zij niet voortdurend het handje ophoudt bij de overheid, maar zich dienstbaar maakt voor de samenleving door zijn/haar unieke talenten te ontdekken en te ontwikkelen en ontplooien. Slechts diegenen die daadwerkelijk arbeidsongeschikt zijn kunnen terugvallen op een overheidsvangnet, de rest zal proactief moeten zijn om de kost te verdienen. Wie daar goed in is, bouwt snel kapitaal op zonder overheidsbemoeienis. Het collectivistische socialistische systeem maakt mensen passief en afhankelijk van de staat, waarbij alle ondernemingslust de kop in wordt gedrukt.
De overheid kan in een libertarisch systeem ook klein blijven, met zo weinig mogelijk belastingdruk. Immers alle subsidies en vrijwel alle sociale voorzieningen worden afgeschaft, met daarbij de bijbehorende bureaucratie en ambtenarij. Dit is de werkelijke solidariteit, want vanuit individualistische kwaliteiten leveren we allemaal een bijdrage aan het geheel en zetten we gezamenlijk de schouders eronder, op basis van onze unieke talenten en vaardigheden. Het libertarisme zet zich ook af tegen de voortdurende diploma-inflatie, waarbij je steeds hoger geschoold moet zijn om steeds lagere baantjes te kunnen krijgen. Ondernemers moeten werknemers kunnen beoordelen op hun kwaliteiten, of ze hiervoor nu een diploma hebben of niet. Opnieuw zie je hier de totale burgervrijheid terug, waarbij werknemers veel meer kansen krijgen om aan de bak te komen in het midden- en kleinbedrijf en werkgevers aan beter en meer gemotiveerd personeel komen. Bang zijn voor misbruik door werknemers hoef je niet, want burgers hebben op hun beurt weer de vrijheid om een vakbond te vormen. Het gaat erom dat we het samen onderling regelen en niet voordurend terugvallen op een bemoeizuchtige overheid. Het bijbehorende economische systeem stelt ons in staat om zoveel te verdienen als wij willen. Als het product goed en eerlijk is mag dat ook. Wie de boel belazert verliest zijn klanten, zo simpel is het.
Mike