Met andere woorden, de magie zit hem in de eenvoud?
Je zegt dat er bij de AA een onderdeel mist dat uitzicht geeft tot eeuwig leven. Hoe zit het dan met zwakbegaafden of mensen die hier niet bewust mee bezig kunnen zijn?
Als ik naar Christus luister die zegt: zalig zijn de armen van geest, want van hun is het Koninkrijk der hemelen, dan is er voor mij geen enkele twijfel dan dat Hij ze liefheeft en behoudt. Sterker nog, ze worden een voorbeeld genoemd voor alle anderen die met hun ongeloof, bezwaren en voorbehoud Hem afwijzen.
Hij vraagt dat we als een kind worden in het geloven en ontvangen van wat Hij biedt. Eenvoudiger kan het niet.
Je opmerking/vraag aangaande ‘proef je het verschil? Is het door Hem in wie ik geloof of is het het geloof zelf’, is een intrigerende vraag.
Als ik een pil slik tegen hoofdpijn en de hoofdpijn verdwijnt, is het dan de pil die dit deed, of omdat ik geloofde dat het zou gebeuren?
We weten dat een medicijn kan werken. Maar ook een placebo kan werken als je sterk gelooft dat wat je zojuist geslikt hebt je gaat verlossen van je hoofdpijn zolang je niet weet dat het een placebo is.
Wat ik lees over de AA is dat je je overgeeft aan een Hogere Macht zoals jij hem begrijpt. Voor de ene is dit dan misschien wel een scheppende kracht. Voor een ander misschien Alla. Voor een derde een onbekende geest, die huist in een Boeddha- beeld.
Waar het om gaat is dat je een Hogere Macht erkent. Van wie je je afhankelijk weet want je hebt zijn hulp en kracht nodig.
En juist, dat dit voor ieder weer anders is, intrigeert mij nou zo.
Want de geest in het beeld helpt de ene. Alla helpt de andere. De scheppende kracht helpt een derde.
Wat of Wie helpt nu? Het geloof van deze mensen, of Alla én de geest in het beeld, én de scheppende kracht?