Ik heb de tweede kamer braaf een email hierover gestuurd en ik kreeg 2 antwoorden terug:
VVD
Geachte heer/mevrouw,
Hartelijk dank voor uw mail. U en vele anderen hebben ons de afgelopen dagen gemaild en gebeld om ons te laten weten dat u ongerust bent over de manier waarop wij omgaan met de uitslag van het referendum. U heeft tegen het verdrag gestemd, in de verwachting dat dit verdrag daarna direct van tafel zou gaan. Nu leest en hoort u dat het verdrag niet direct van tafel gaat en daar bent u boos over. Dat is begrijpelijk. Nee is immers niet een beetje ja. Nee is Nee.
Maar: dit was een raadgevend referendum. En raadgevend is niet een beetje verplichtend (of in jargon: 'correctief'). Raadgevend is raadgevend, oftewel: adviserend. De Tweede Kamer is niet bij wet verplicht dat advies over te nemen en het feit dat de opkomstdrempel van dertig procent is behaald verandert dat niet. Andere partijen hebben zichzelf voor het referendum wel de verplichting opgelegd de uitslag te volgen. Wij niet. Wij hebben steeds eerlijk gezegd dat we ons strak aan de wet zouden houden en de uitslag als een serieus advies bij onze uiteindelijke besluitvorming zouden betrekken. Daarbij kijken wij naar de gehele uitslag en wegen we af wat de tegenstemmers, de voorstemmers én de thuisblijvers hebben gezegd. Als u een andere verwachting had is uw boosheid begrijpelijk, maar wij hebben die verwachting niet gewekt.
De referendumwet geeft in artikel 11 voor die besluitvorming (ongeacht de uitkomst van het referendum) twee mogelijkheden: de wet intrekken of doorvoeren. Wij waren en zijn voorstander van het verdrag, net als bijna veertig procent van de stemmers. Daarom willen we dat er nu wordt geprobeerd om de belangrijkste bezwaren die nee-stemmers tegen het verdrag hadden worden weggenomen. Daar hebben wij zelf ook drie moties voor ingediend (tegen EU-lidmaatschap voor Oekraïne, tegen militaire betrokkenheid bij de oorlog in Oekraïne en tegen een grote zak geld voor Oekraïne ten gevolge van dit Verdrag). Wij willen de regering even de tijd geven om hiermee aan de slag te gaan.
Het verdrag nu direct intrekken heeft als belangrijk nadeel dat de andere EU-lidstaten Nederland ook voor het handelsdeel, waarvan wij zeer zouden profiteren en waartegen maar weinigen bezwaren hadden, zouden kunnen buitensluiten.
Als de poging van de regering lukt, willen we dat het verdrag er met die extra afspraken alsnog komt. Als dit niet lukt, komt het verdrag er wat ons betreft ook niet.
Daarmee doen wij precies wat we steeds hebben gezegd en wat de wet ons voorschrijft. We nemen het advies serieus. We proberen er iets mee te doen waar we uiteindelijk allemáál beter van worden. En als die poging niet lukt, gaat het verdrag van tafel.
Namens de VVD-Tweede Kamerfractie
Han ten Broeke
PVDA
Geachte heer, mevrouw,
Hartelijk dank voor uw bericht over het referendum. Op 6 april stemde
een meerderheid van de opgekomen kiezers tegen het associatieakkoord met
Oekraïne. De PvdA respecteert deze uitslag en vindt dat het kabinet nog
voor de zomer duidelijkheid moet geven over hoe recht gedaan kan worden
aan de nee-stem.
Volgens een aantal partijen zou het kabinet het hele verdrag per direct
in de prullenbak moeten gooien. Dat klinkt daadkrachtig, maar betekent
juist dat het daarna niet meer mogelijk is om een Nederlandse
uitzonderingspositie vast te leggen.
De PvdA-fractie maakt een andere keuze. Aan 2,5 miljoen nee-stemmen moet
recht worden gedaan. Door bezwaren bij het akkoord serieus te nemen of
desnoods door Nederlandse 'opt-outs' af te dwingen.
Met de opdracht die uitzonderingspositie te realiseren sturen we de
minister-president op pad. We geven hem tot de zomer. Slaagt hij er niet
in een Nederlandse uitzonderingspositie te bewerkstelligen, dan wil de
PvdA dat de intrekkingswet alsnog wordt ingediend.
We hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Afdeling Voorlichting PvdA
Plein 2 | Postbus 20018 | 2500 EA Den Haag
Partij van de Arbeid | http://www.pvda.nl
VVD
Geachte heer/mevrouw,
Hartelijk dank voor uw mail. U en vele anderen hebben ons de afgelopen dagen gemaild en gebeld om ons te laten weten dat u ongerust bent over de manier waarop wij omgaan met de uitslag van het referendum. U heeft tegen het verdrag gestemd, in de verwachting dat dit verdrag daarna direct van tafel zou gaan. Nu leest en hoort u dat het verdrag niet direct van tafel gaat en daar bent u boos over. Dat is begrijpelijk. Nee is immers niet een beetje ja. Nee is Nee.
Maar: dit was een raadgevend referendum. En raadgevend is niet een beetje verplichtend (of in jargon: 'correctief'). Raadgevend is raadgevend, oftewel: adviserend. De Tweede Kamer is niet bij wet verplicht dat advies over te nemen en het feit dat de opkomstdrempel van dertig procent is behaald verandert dat niet. Andere partijen hebben zichzelf voor het referendum wel de verplichting opgelegd de uitslag te volgen. Wij niet. Wij hebben steeds eerlijk gezegd dat we ons strak aan de wet zouden houden en de uitslag als een serieus advies bij onze uiteindelijke besluitvorming zouden betrekken. Daarbij kijken wij naar de gehele uitslag en wegen we af wat de tegenstemmers, de voorstemmers én de thuisblijvers hebben gezegd. Als u een andere verwachting had is uw boosheid begrijpelijk, maar wij hebben die verwachting niet gewekt.
De referendumwet geeft in artikel 11 voor die besluitvorming (ongeacht de uitkomst van het referendum) twee mogelijkheden: de wet intrekken of doorvoeren. Wij waren en zijn voorstander van het verdrag, net als bijna veertig procent van de stemmers. Daarom willen we dat er nu wordt geprobeerd om de belangrijkste bezwaren die nee-stemmers tegen het verdrag hadden worden weggenomen. Daar hebben wij zelf ook drie moties voor ingediend (tegen EU-lidmaatschap voor Oekraïne, tegen militaire betrokkenheid bij de oorlog in Oekraïne en tegen een grote zak geld voor Oekraïne ten gevolge van dit Verdrag). Wij willen de regering even de tijd geven om hiermee aan de slag te gaan.
Het verdrag nu direct intrekken heeft als belangrijk nadeel dat de andere EU-lidstaten Nederland ook voor het handelsdeel, waarvan wij zeer zouden profiteren en waartegen maar weinigen bezwaren hadden, zouden kunnen buitensluiten.
Als de poging van de regering lukt, willen we dat het verdrag er met die extra afspraken alsnog komt. Als dit niet lukt, komt het verdrag er wat ons betreft ook niet.
Daarmee doen wij precies wat we steeds hebben gezegd en wat de wet ons voorschrijft. We nemen het advies serieus. We proberen er iets mee te doen waar we uiteindelijk allemáál beter van worden. En als die poging niet lukt, gaat het verdrag van tafel.
Namens de VVD-Tweede Kamerfractie
Han ten Broeke
PVDA
Geachte heer, mevrouw,
Hartelijk dank voor uw bericht over het referendum. Op 6 april stemde
een meerderheid van de opgekomen kiezers tegen het associatieakkoord met
Oekraïne. De PvdA respecteert deze uitslag en vindt dat het kabinet nog
voor de zomer duidelijkheid moet geven over hoe recht gedaan kan worden
aan de nee-stem.
Volgens een aantal partijen zou het kabinet het hele verdrag per direct
in de prullenbak moeten gooien. Dat klinkt daadkrachtig, maar betekent
juist dat het daarna niet meer mogelijk is om een Nederlandse
uitzonderingspositie vast te leggen.
De PvdA-fractie maakt een andere keuze. Aan 2,5 miljoen nee-stemmen moet
recht worden gedaan. Door bezwaren bij het akkoord serieus te nemen of
desnoods door Nederlandse 'opt-outs' af te dwingen.
Met de opdracht die uitzonderingspositie te realiseren sturen we de
minister-president op pad. We geven hem tot de zomer. Slaagt hij er niet
in een Nederlandse uitzonderingspositie te bewerkstelligen, dan wil de
PvdA dat de intrekkingswet alsnog wordt ingediend.
We hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Met vriendelijke groet,
Afdeling Voorlichting PvdA
Plein 2 | Postbus 20018 | 2500 EA Den Haag
Partij van de Arbeid | http://www.pvda.nl