tandarts

http://www.gezond24.nl/tv-uitzending/g24_iv_5628/Teveel-beugelbekkies-in-Nederland

Wat me ook opvalt bij de foto's van Weston Price zie je ook een enkele keer een gebied met iets ruimte tussen de tanden. Nu willen orthodontisten dat allemaal weg hebben. Terwijl het natuurlijk wel veel makkelijker is om etensresten ertussen uit te halen.

http://sagaciousmama.files.wordpress.com/2012/07/westonprice2.jpg

http://thriveforreal.com/wp-content/uploads/2012/02/ppnf-good-teeth-photo.jpg

http://sagaciousmama.files.wordpress.com/2012/07/westonprice1.jpg

 
Bert Heinzberger had een tekst over articaine (gangbare verdovingsvloeistof bij tandarts)naar de GVA contactpersoon in Kerk-Avezaath gestuurd :

Onvermoede bijwerkingen van articaine

Door Marianne Govers, tandarts

Articaine Hydrochloride (HCl)

Inleiding

Op 13 december 2010 besteedde het programma

Radar van de TROS aandacht aan het lokale verdovingsmiddel

articaïne. Het was voor de eerste keer

dat het grote publiek kennis kon nemen van de

discussie die al een aantal jaren op internationaal

niveau wordt gevoerd onder tandartsen, kaakchirurgen

en niet te vergeten onder biochemici en

ziekenhuisapothekers.

In het programma liet men een mannelijke patiënt

aan het woord die veel klachten had gekregen na een herhaalde behandeling

met articaïne verdovingen bij extractie en het plaatsen van een

implantaat linksboven. De gevolgen daarvan waren aangezichtspijnen,

oorklachten, hardnekkige rhinitis, chronische diarree met voedingsintolerantie

en een chronische moeheid. Deze patiënt was vóór de behandeling

marathonloper en gezond. Ook kreeg hij last van een gestoorde motoriek

in de benen alsmede een gewichtsverlies van ca. 12 kg. Veel van deze

klachten zijn vermeld op de bijsluiter.

Articaïne hydrochloride (HCl) houdende lokaal anesthetica, die in

Nederland op de markt worden gebracht onder de merknamen Ultracain®

van Aventis, Septanest® van Septodont, Ubistesin® van 3M Espe, Citocartin®

van Molteni en Loncarti® van Inibsa, zijn reeds een aantal jaren omstreden

op het punt van veiligheid.

In de praktijk wordt gezien, dat het vooral vrouwen zijn in de leeftijd van

35 – 65 jaar die met klachten terugkeren bij de tandarts. Klachten als paresthesie

op de injectieplaats of in de regio, vooral bij het mandibulaire blok,

of perifeer in hand of voet, waarbij dit symptoom dan gemakkelijk kan

worden aangezien voor een symptoom van het carpale resp. tarsale tunnelsyndroom

en neuropathie.

Deze neuropathie wordt dikwijls gevolgd door algehele malaise en (chronische)

vermoeidheidsklachten. Deze klachten worden door de tandarts

vaak niet begrepen en dientengevolge onvoldoende of niet onderzocht.

Men denkt gauw bij oudere, niet zo fitte vrouwen: dat het zal wel tussen

de oren zal zitten. Dat was ook de basis voor de rechtszaak die werd

besproken tijdens het eerder genoemde programma van 13 december. De

tandarts herkent het verband niet tussen de behandeling waarbij articaïne

is gebruikt en de na de behandeling optredende klachten. Het betrof hier

echter een voorheen gezonde man.

9

Het klachtenpatroon dat in het algemeen bij articaine past omvat:

Aangezichtspijn, paresthesie van de tong, brandende pijn, doof gevoel in

het gezicht, tintelingen tot in handen en voeten, lichtovergevoeligheid,

hartritme storingen, oorpijn, zwellingen, diarree. De klachten kunnen

zeer lang aanwezig blijven tot wel een jaar. Vooral de nervus trigeminus

kan hier het slachtoffer van worden, met als gevolg vele klachten in de

regio van het hoofd. Ook zijn er gevallen waar de klachten niet overgaan.

Een chronische patiënt is dan ontstaan. In arren moede wordt dan verwezen

naar de huisarts, die ook geen feitelijke oorzaak herkent, daarom de

oplossing niet ziet en als gevolg hiervan symptomatisch gaat behandelen.

Gezien is dat een aantal patiënten vanuit deze situatie hun chronische vermoeidheid

verder ontwikkelden tezamen met diarree, huidproblemen en

niet eerder geziene overgevoeligheidsreacties. Naast de ellende voor de

patiënt betekent dit ook een kostenpost voor de gezondheidszorg. Het

Lareb geeft een naar verhouding minimaal aantal meldingen aan. Hiervoor

is een verklaring. Slechts weinigen leggen een mogelijke relatie tussen articaïne

en het uitgebreide klachtenpatroon omdat dit klachtenpatroon zich

vaak enige tijd nà de injectie kan openbaren, in de allergologie ook wel

het effect van een type-IV reactie genoemd. Patiënt noch huisarts zullen

denken aan de voorafgaande tandheelkundige ingreep. Soms openbaren

de klachten zich wel tot een maand na de behandeling. De onbekendheid

in onze professie met de gevolgen van articaïne intolerantie heeft mij doen

besluiten in dit artikel aandacht te besteden aan het product articaïne HCl.

De geschiedenis

Articaïne deed voor het eerst van zich spreken in 1974 toen Muschaweck

en Rippel hun artikel publiceerden genaamd; “A new local anaesthetic

(Carticaine) in the thiophene series”1 en deed zijn intrede in de klinische

praktijk in Duitsland in 19762. Vanaf 1984 werd de naam carticaine gewijzigd

in articaine . Eind 70-er begin 80-er jaren werd de roep om een verdovingsmiddel

met een korte inwerkingstijd, onder druk van loonkosten en

tarieven in de tandartspraktijk, steeds sterker. De introductie van articaïne

middels het merk Ultracain in 1976 leek daar perfect op aan te sluiten. In

de Verenigde Staten werd articaine uiteindelijk, mede door de inspanningen

van Malamed, toegelaten in 20003. Er werd gezegd dat articaine sneller

zou werken en een betere infiltratie door bot zou hebben dan lidocaine

alsmede zou het op basis van een snellere halfwaardetijd minder toxisch

zijn dan lidocaine.

We kunnen stellen dat articaïne vanaf de 2de helft van de 80-er jaren van

de vorige eeuw de Nederlandse markt stormenderhand heeft veroverd en

op dit moment een marktaandeel van ruim 80% in de tandheelkundige

praktijk in handen heeft, net als in Duitsland. Ook in de Verenigde Staten

is het marktaandeel aanzienlijk. Vastgesteld kan worden dat vanuit het

economisch oogpunt van de dagelijkse tandheelkundige praktijk articaïne

zeker lijkt te voldoen aan een behoefte. Maar is het werkelijk zo veilig als

wordt aangenomen?

10

Het product

Articaine is amide-type lokaal anestheticum met een estergroep. In tegenstelling

tot de andere amide-type lokaal anesthetica heeft articaine geen

benzeenring zoals veel andere lokaal anesthetica maar bezit zij een tiopheenring4

met daarin opgenomen een zwavel-atoom. Thiopheen is minder

stabiel dan benzeen. De oude naam voor thiol, mercaptaan, duidt op

de gemakkelijke reactie met kwik. Articaine is voorts het enige amide type

lokaal anestheticum in het bezit van een estergroep waardoor deze in plasma,

onder invloed van plasma-esterasen, snel kan worden gehydrolyseerd

tot articainezuur, dat op zijn beurt weer door de lever wordt geconjugeerd

aan glucuronzuur en als zuur en glucuronide door de nier wordt uitgescheiden

in de urine (90 - 95% van de dosis).

In de praktijk wordt articaïne snel en efficiënt afgebroken door de in het

bloed aanwezige serum-cholinesterase met name door de butyryl cholinesterase

(BuChE). Ook de acetyl cholinesterase (AChE) levert hier wellicht

een aandeel met mogelijke consequenties voor wat betreft de cholinerge

neurotransmissie bij de stapeling van articaine. Bij (pseudo)cholinesterasedeficientie,

aangeboren bij 4% bij het Kaukasisch deel van de bevolking5,

wordt articaine niet of slechts vertraagd afgebroken. Hier is articaine

gecontraïndiceerd (zie bijsluiter). In de praktijksituatie weten echter tandarts

of patiënt slechts zelden of van een al dan niet tijdelijke cholinesterase

deficiëntie sprake is6.

Lage gehaltes aan serum cholinesterase wordt gemeten

in de volgende situaties7:

• bij acute infecties;

• bij overmatig paracetamol gebruik;

• bij onder- of verkeerde voeding;

• na een hartaanval;

• bij leverschade;

• bij metastase;

• na obstructieve geelzucht;

• na blootstelling aan organofosfaten/pesticiden;

• n de zwangerschap;

• bij gebruik van de anticonceptiepil.

Onderscheid articaine t.o.v. overige amide-type lokaal anesthetica

Articaine wijkt in een aantal opzichten af van de gebruikelijke lokaal anesthetica.

1. Articaïne wordt voor ca. 90% gemetaboliseerd in plasma8. Leuschner

en Leblanc zijn op basis van onderzoek tot de conclusie gekomen dat

5-10% van de articaïne gemetaboliseerd wordt middels de lever via

CYP450.

2. Articaine bezit geen benzeenring maar een minder stabiele thiopheenring.

Tiopheen is in dieronderzoek neurotoxisch en hepatotoxisch (leverbeschadigend)

gebleken9.

11

3. Non-alcoholic fatty liver disease (NAFLD) is een toenemend probleem,

waarbij de fase 1 leverfunctie (vooral CYP450) aanzienlijk vertraagd is,

en daarmee ook de ontgiftingscapaciteit. Een symptoom is vermoeidheid;

anno 2011 lopen de percentages van mensen die aan NAFLD lijden

van 20% in Europese landen10 tot 46% in Amerika11. NAFLD wordt

gerelateerd aan overgewicht, te weinig bewegen, teveel fructose,

kunstmatige zoetstoffen (frisdrank), transvetten, linolzuur en de hieruit

voortvloeiende welvaartsziekten. Ook hierbij vindt men lage cholinesterasewaarden.

De beide routes van articaïne metabolisme, zowel die

via plasma (90%) als via de lever (10%), zijn hiermee vertraagd, waardoor

articaine-stapeling mogelijk is. Het resultaat hiervan is een (ongewenst)

verlengde werkingsduur van dit lokaal anestheticum. Wellicht is

dit ook de verklaring voor een toename in allergische en overgevoeligheidsreacties.

4. Articaine wordt gebruikt in 4% oplossing, terwijl bij lidocaine 2%

gebruikelijk is. De werkzaamheid van articaïne blijkt in meta-analyse

reviews12 niet significant beter te zijn dan die van lidocaine, dat al sinds

de 40-er jaren wordt gebruikt. De maximaal toegestane dosis bij een

gezonde volwassene van 75kg is 7 carpules articaïne (68 mg per carpule)

tegenover 13,2 carpules lidocaine (36 mg per carpule), waardoor het

gevaar op overdosering met articaïne groter is.

5. Onderzoek door Hillerup et al13,14 toont aan, dat de neurotoxiciteit van

articaïne veel hoger is dan die van lidocaine (8x zo hoog in 2 jaar na

introductie op de Deense markt). Dit kan niet verklaard worden door

naaldverwondingen14. Eveneens bleek dat de neurotoxiciteit van articaine

dosisafhankelijk is en dat het zowel de diameter van de axonen vermindert

als de myelineschede aantast15.

Discussie

Er verschijnen voortdurend nieuwe producten op de markt van de tandheelkunde.

Alleen al op het gebied van composieten zijn er vele tientallen

merken verschenen en verdwenen. Sinds de 50-er jaren waren er maar

een paar soorten lokaal anesthetica op de markt, waarbij lidocaine een

leidende rol had. Als tandarts zijn wij gewend regelmatig te innoveren en

onze producten te upgraden. Het leek logisch dat articaïne een nieuwer en

beter product zou zijn.

Bij de introductie van articaïne op de Amerikaanse markt gebruikte

Malamed de studie van fabrikant Septodont, op de middenpagina van

JADA (J Am Dental Assoc) schreef hij: “We found articaïne to be welltolerated

in 882 subjects, and that it provided clinically effective pain

relief during most dental procedures”. Hierbij werd echter geen melding

gemaakt van de 21 patiënten met bijwerkingen die in de studie

van Septodont werden vermeld16, 21 op 882 is 2,4 %. Verderop staat “we

observed no significant difference in pain relief between subjects in the

articaïne 4% with epinephrine 1:100.000 and those in the lidocaine 2%

with epinephrine 1:100.000 group.” Er was dus naar wat bleek, geen verschil

in werkzaamheid! Waarom werd articaïne zo gepusht?

12

De tandarts-algemeen practicus wordt bij de keuze van producten, net als

iedere consument, beïnvloed door datgene wat er aangeboden wordt.

Gelikte PR en mooie reclame, liefst met introductiekortingen, loont de

moeite. Hierbij zijn vooral de mechanische en uiterlijke componenten

belangrijk. Verwerkt het lekker? Is het sterk? Blijft het mooi? En als er dan

een paar onderzoeken in slijtvastheid en levensduur op universiteiten de

kwaliteit bevestigen, zijn we helemaal gelukkig met onze keuze.

Wat het materiaal biochemisch in het lichaam doet, heeft niet onze prioriteit.

Ook niet die van de overheid, trouwens. We mogen al zeker 15 jaar

geen amalgaam meer in het riool stoppen, maar wel in de kiezen van onze

patiënten.

Het beginsel “primum non nocere” (ten eerste niet schaden) is in ons vak

iets waar we voortdurend rekening mee dienen te houden. We moeten

voortdurend de keuze maken tussen “klein schaden om verder grotere

schade te voorkomen” of afwachten, bv bij een beginnende cariëslaesie.

Toch is het van belang om een aantal normen in het oog te houden. Het

gebruik van articaïne dient ook hieraan getoetst te worden. Deze normen

worden in de Journal of the American College of Dentists in 2006 uitgebreid

beschreven door Bruce Peltier en James Dower17.

Zij noemen o.a. de principes van:

1. Non-maleficence: kan articaïne 4% een patiënt schade toebrengen?

Antwoord: ja. Er is meer risico op schade dan bij een vergelijkbaar werkend

anaestheticum als lidocaine 2%, beide met epinephrine. Er wordt

standaard bij een behandeling een halve carpule geïnjecteerd; dit betekent

bijna 2x zoveel articaïne (68 mg per carpule) als lidocaine (36 mg

per carpule)18.

2. Beneficence: werkt articaïne beter of is het veiliger dan een vergelijkbaar

anaestheticum? Antwoord: nee, er is geen significant verschil in

werking bij gelijke dosis. Beide werken 1,5 tot 2 uur (pulpaal) Dit is

voor de meeste tandheelkundige behandelingen voldoende. En als je

bij moet spuiten is het fijn om te weten dat je met lidocaine maar de

helft aan werkzame stof hoeft te geven, vergeleken met articaine. De

opgegeven inwerktijd van 2 tot 4 minuten bij articaïne versus 3 tot 5

minuten bij lidocaine weegt daar mijn inziens niet tegen op.

3. Veracity: vertellen we de waarheid. Dat doen we, maar we moeten ons

wel voldoende informeren over wat we inspuiten. Jezelf informeren

over 3 tot 5 soorten lokaal anesthetica is haalbaar.

4. Patient autonomy: de vraag om informed consent. Zie Tijdschrift Ned

Ver Bio-energ Tandh, jrg.14, nr.2-2010. Welk risico is aanwezig? De patient

moet natuurlijk op de hoogte worden gesteld van reële risico’s. Nu

we weten, dat articaïne 8x tot 20x zoveel kans op neurologische schade

geeft als lidocaine10,16 moeten we de patiënt de keuze aanbieden. Ook

al zou dat risico van articaine maar 2% zijn. Dit percentage geldt alleen

voor de directe neurologische schade, die tot nu toe gemeten is in kaakchirurgische

centra.

13

Gezien de toenemende mate van (lever)problematiek kunnen de (latere)

bijwerkingen een veel groter percentage zijn, zoals ook uit de praktijk van

de bio-energetische tandheelkunde blijkt, waar in de algemene praktijk

één op de vijf patiënten articaïne niet verdraagt.

Ook noem ik de “Central Values” van Ozar en Sokol19, die de volgorde

van belangrijkheid aangeven waarop ons handelen in de tandartspraktijk

gebaseerd dient te zijn:

1. De algemene gezondheid van de patiënt.

2. De mondgezondheid van de patiënt.

3. De autonomie van de patiënt.

4. Het behandelprotocol of geprefereerde werkwijze van de tandarts.

5. Esthetische waarden.

6. Efficiëntie.

En dan nog iets anders:

Om de epinephrine (adrenaline) buiten de koelkast houdbaar te maken,

heeft de fabrikant sulfiet toegevoegd, dat zit in zowel articaïne als lidocaine.

Sulfiet kan allergieën uitlokken20. Septanest N en SP bevatten 0,9 mg

natriummetabisulfiet en Lignospan bevat 2,16 mg kaliummetabisulfiet per

carpule volgens fabrikant Septodont. Natriummetabisulfiet E223 is toxischer

dan kaliummetabisulfiet E224 (NFPA 704 classificatie 2 vs 1) en valt bij

verhitting sneller uiteen.

Aangezien we in de praktijk veel vaker allergische en overgevoeligheidsreacties

zien t.g.v. articaïne dan t.g.v. lidocaine, kan hier sprake zijn van

versterking door kruisovergevoeligheid. Articaïne (d.m.v. de tiopheenring)

en sulfiet grijpen beide o.a. aan op de acetylcholinerge receptoren en kunnen

daarmee een allergische reactie uitlokken21. Bovendien kan natrium

gemakkelijker de cel binnendringen dan kalium, gelet op de werking van

de natrium-kaliumpomp, waarbij natrium zonder energie te kosten, de cel

binnengaat en kalium hiervoor extra energie nodig heeft.

De beweringen uit het verleden, dat articaïne veiliger en beter zou zijn dan

lidocaine, zijn achterhaald.

Is er nog iets wat ons tegenhoudt om weer over te gaan op het veel veiliger

lidocaine?

Ik kan niets bedenken. Waarom zou je iets gebruiken dat toxischer is en

dezelfde werkzaamheid heeft?

Bronnen

1. Muschaweck R, Rippel R,: Ein neues Lokalanästhetikum (Carticain) aus

der Thiophenreihe:,Prakt. Anaest. 1974: 135-146

2. Malamed S.F., Gagnon S., Leblanc D., Efficacy of articaine : a new amide

local anesthetic. J Am Dent Assoc 2000; 131: 635-642

3. Malamed S F, Handbook of local anesthesia. 6th ed. St Louis: Mosby, 2007

14

4. Frenkel G. Local anaesthesia in dentistry today. 1990. Hoechst AG 14-15

5. Rosenman KD, Guss PS. Prevalence of congenital deficiency in serum

cholinesterase, Arch Environ Health. 1997 Jan-Feb;52(1):42-4

6. Jensen FS, Skovgaard LT, Viby-Mogensen, Identification of human plasma

cholinesterase variants in 6688 individuals using biochemical analysis,

Acta Anaesth Scand 1995:39:157-162

7. Hoch DB, Dugdale DC, Zieve D, Serum cholinesterasetest NCBI PubMed

2009

8. Leuschner J, Leblanc D, Studies on the Toxicological Profile of the Local

Anaesthetic Articaine. Aulendorf (Germany) Arzneim.-Forsch. Drug

Res.49 (1), 2 126-132 (1999)

9. Mori F, Tanji K, Wakabayashi K, Thiophene causes widespread neuronal

degeneration in rats. Neuropathology 2000

10. Koek GH, De behandeling van non-alcoholic fatty liver disease. Ned

Tijdschr Geneesk. 2011;155(18):A3181

11. Williams CD, Stengel J, Asike MI, Torres DM, Shaw J, Contreras M,

Landt CL, Harrison SA. Prevalence of nonalcoholic fatty liver disease

and nonalcoholic steatohepatitis among a largely middle-aged population

utilizing ultrasound and liver biopsy: a prospective study.

Gastroenterology. 2011 Jan;140(1):124-31. Epub 2010 Sep 19.

12. Yapp KE, Hopcraft MS, Parashos P, Articaine: a review of the literature.

Br Dent J 2011 April

13. Hillerup S, Jensen RH, Nerve injury caused by mandibular block analgesia.

Int J Oral Maxillofacial Surg 2005

14 Hillerup S, Jensen RH, Ersboll BK, Trigeminal nerve injury associated with

injection of local anesthetics: Needle lesion or neurotoxicity? J Am Dent

Ass 2011 May

15. Hillerup S, Bakke M, Overgaard Larsen J, Eckhart Thomsen C, Gerds TA,

Concentration-dependant neurotoxicity of Articaine: an electrophysiological

and stereological study of the rat sciatic nerve. Anesth Analg.

2011 Jun;112(6):1330-8. Epub 2011 Apr 5.

16. U.S. Food and Drug Administration Center for Drug Evaluation and

Research. Septodont application for approval of Septocaine (articaine)

local anesthetic. NDA 20–971. Safety summary: paresthesia section

8.5.3.5, 256–9. Beltsville, Md.: U.S. Food and Drug Administration Center

for Drug Evaluation and Research; 1998.

17. Peltier B, Dower JS, The ethics of adopting a new drug: articaïne as an

example. J Am Coll Dent 2006; 73(3):11-20

18. Malamed SF, Pain Control in Dental Care, Am Dent Ass, Septodont 2008

19. Ozar D, Sokol D, Dental ethics at chairside. St Louis Mosby-Yearbook

1994

20. Bekker MK, Rustemeyer T, Sulfietintolerantie, een overzicht van pathogenese,

diagnose en behandeling. Ned Tijdschr Allergie 2009;9:121-7

21. Dower, JS, Articaine vs lidocaine, Can Dent Assoc Journal vol.35, no4

april 2007

Met dank aan D.J. van Vlaardingen van de Bosscherstichting S.L.A

 
Wel interessant om over alle tandheelkundige problemen te lezen. Ik had zelf nooit zo stil gestaan bij het maken van rontgenfoto's bij de tandarts en de straling die hierbij vrijkomt. Ik vraag me af of de personen die liever geen foto's laten maken ook andere stralingsbronnen vermijden. Voor een vliegreis bijvoorbeeld kun je aardig wat foto's maken en zo zijn er heel veel stralingsbronnen waaraan we blootgesteld worden.

 
Inderdaad, maar je kan vermijdbare risico's beter....vermijden. Daarnaast is het zo dat de straling bij een dergelijke röntgenfoto op één plaats geconcentreerd is. Verder is niet alle straling hetzelfde, röntgen is een specifieke golflengte met daarbij beorende specifieke risico's.

Uit Wikipedia:

Röntgenstraling wordt evenals ultraviolette straling door de aardatmosfeer tegengehouden, zodat de röntgenstraling van de zon ons niet bereikt. Röntgenstraling is een vorm van ioniserende straling en kan in stoffen waar hij op valt chemische reacties teweegbrengen. Als de bestraalde stof levend weefsel is, kan dit leiden tot stralingsschade aan het DNA, en dus tot mutaties, en eventueel tot kanker. Onnodige blootstelling aan röntgenstraling, of enige andere vorm van ioniserende straling, dient dus vermeden te worden.

 
Ben net terug van mijn afspraak met Fred Neelissen.

Ik dacht dat ik nog dode kiezen zou hebben, maar dat was er maar 1, en die is er een paar jaar geleden al uit gehaald.

Ik heb nooit een echt goed gebit gehad, maar volgens Fred had ik een sterk en mooi gebit. toen ik zei dat ik al bijna 3 jaar niet naar de tandarts ging, omdat ik tandartsen maar prutsers vind zei hij zelfs: "oh, maar dat kun jij prima maken hoor, 3 jaar niet naar de tandarts. Je hebt een heel mooi sterk gebit".

Toen nog even naar de electroacupunctuur. Ik heb nog steeds last van netelroos, dus misschien kon hij wat vinden. Hij kwam er dus achter dat ik NOG STEEDS met een kwikbelasting zit in de bindweefsels. Terwijl de amulgaam al 5-6 geleden verwijderd is. Hiervoor heb ik een soort homeopatische druppeltjes meegekregen. 3x daags 5 druppels en dan moet het kwik ontgiften.

Hij heeft mijn lichaam verder helemaal doorgemeten, ook op gifstoffen, bacteriën, parasieten, voeding, kleurstoffen, teveel om op te noemen.

Maar verder heeft hij niks geks kunnen vinden.

Wat ik erg leuk vond was dat hij een best vaak dingen zei zoals:" Zo, je bent echt krachtig, jeetje, je bent verder echt oersterk en oergezond 8)

Haha, altijd leuk om dat soort dingen te horen :mrgreen:

 
Super zeg Janse, goedgekeurd! Zeker fijn om te horen, dan weet je waar je het voor doet.

Hoe test hij uit of je kiezen dood zijn? Heb je 5/6 jaar geleden iets gedaan om de ontgifting van kwik te ondersteunen en heb je het met cofferdam laten doen?

 
@ Marijan,

Wat een interessante info. Ik kreeg een dag na een wortelkanaalbehandeling de ziekte van bell (aangezichtsverlamming door ontsteking van de 7e hersenzenuw). Ik was toen gelijk terug gegaan naar de tandarts toen ik mijn hangende mondhoek ontdekte. Werd toen uiteindelijk door huisarts en neuroloog als ziekte van bell bevestigd. Dacht eerder na veel informatie op deze site te lezen dat het dan waarschijnlijk door vit b12 gebrek is veroorzaakt i.c.m. periode van stress maar nu leg ik toch ook weer de link (wellicht was dat de trigger) met de wortelkanaalbehandeling.

 
Tanja,

Ik had een foto meegenomen van mijn complete gebit (opg. scan). Deze hadden ze een 3 jaar geleden gemaakt in het ziekenhuis. Hierop kun je duidelijk zien wat een dode kies is. Deze kies was er bij mij dus ondertussen al uitgehaald, dus verder geen dode kiezen gelukkig.

5 jaar geleden kwam ik er achter dat ik slecht reageerde op amulgaam/kwik dmv bioresonantie therapie. Ze hebben het amulgaam in 2x verwijderd (zonder cofferdam helaas) en ik ging dan na de tandarts gelijk door naar de bioresonantie om te ontgiften. Geen idee hoe het precies werkt, maar ik moest dan een half uur lang 2 koperen dingen vasthouden die waren aangesloten op een of ander bioresonantie apparaat. Verder nam ik toen volgens mij ook veel chlorella of spirulina en wat andere dingen om sneller kwik te ontgiften.

Na dit een aantal behandelingen gedaan te hebben was ik vrij van amulgaam volgens dat apparaat. Maar nu komt Fred er dus achter dat er wel degelijk nog kwik zit.

@puurnatuur,

Het consult koste me €97

 
@ Janse, Wat een goeie berichten!

Geeft vast een goed gevoel, want dat is toch een bevestiging dat je goed bezig bent :D

Nu de restjes er nog uit. Hoe lang duurt het ongeveer voordat het helemaal uit je lichaam is?

Miranda

 
Quote:
Wow, goed bezig Janse! Heeft dit volgens jou alleen te maken met voeding of ook andere dingen?


Dank je, Alexandra. Het heeft volgens mij inderdaad veel met voeding temaken. Ben heel blij dat een tandarts die er ECHT verstand van heeft zegt dat ik een sterk gebit heb.

Maar naast voeding probeer ik ook altijd op andere vlakken te werken aan mijn gezondheid. Gezondheid gaat voor mij veel verder dan alleen gezonde voeding. En hier liggen nog steeds een aantal uitdagingen voor mij.

@Sheila,

Ja, die foto's moet je zelf meenemen. Je kunt ze gewoon opvragen bij de tandarts. En als je tandarts/kaakchirurg deze niet heeft, dan zul je er waarschijnlijk een moeten laten maken. Een OPG kun je in het ziekenhuis laten maken, en anders is er iemand vlak bij Fred in de buurt waar je het kunt laten doen.

Ik weet het, niet gezond zo'n foto, maar soms is het helaas niet anders. Liever een keer een foto dan een leven lang dooie rottende tanden in je bek :wink:

 
Ik ben dus gisteren -ondanks mijn anti-gevoel qua rontgenfoto's- ook maar naar het ziekenhuis geweest voor een OPG: voor naar Henny Solleveld.

En het is dan nog enigszins spannend dat het kennelijk ook geweigerd kan worden: die foto.

In het universitair ziekenhuis weigeren ze die foto's voor je te maken kennelijk van wat ik ervan begrepen heb.

Ik heb goed veel vitamine c van tevoren en erna geslikt (die zou ook straling weghalen).

Tja het zal geen verwondering wekken hier dat/als een mens geen fan van ziekenhuizen is.

Zo'n huis waar je meestal alleen inkomt en niet meer uit.

Zoveel jaar geleden zijn er mijn verstandskiezen uitgesneden (1 of 2) en wel symbolisch dat ik daar nu dan een opg heb laten maken in hetzelfde ziekenhuis als waar mijn verstandskiezen misschien verkeerd eruit zijn gehaald, met eventuele achterlating van de kaakvliezen die me misschien wel de problemen hebben bezorgd van de afgelopen jaren.

Ze vroegen me ook nog een hele lijst in te vullen met welke gezondheidsproblemen ik heb (gehad) en of ik nog medicijnen gebruik.

 
janse, ik heb jaren geleden mijn verstandkiezen laten trekken toen maakte ze in het ziekenhuis ook een foto rondom.

misschien zou ik die kunnen opvragen als ik nog eens naar nelissen wil.,

later is er nog wel een wortelkanaalbehandeling gedaan.

had al begin dit jaar weer naar tandarts gemoeten maar had afgebeld.

hij wil graag foto;s maken en gaatjes vullen,.

kijken hoe het gaat verder , tot nu toe voelt het nog goed.

 
daar loop ik ook al een tijd tegen aan te hikken. Ik heb het nummer van Fred Neelissen klaar leggen, zag ook wat op tegen de kosten, maar valt reuze mee bij jou Janse.

Dus volgende week maar eens bellen voor een afspraak.

 
Héj janse, waar ik 9 jaar geleden op vast liep was kwik, cadmium, en ik geloof titanium, waar ik door vergiftigt was.

Ik meen te herinneren dat ik voor de kwik ook druppels kreeg die moes ik in de navel inwrijven, klopt dat? :D

En moet je ook weer voor controle over een paar weken ofzo?

Ik vind het wel een goed plan om me ook weer eens door te laten meten, ik heb nog heel wat jaren erna zooi gegeten en in deze wereld is het niet meer mogelijk het (foute elementen) niet binnen te krijgen zou het niet?

 

Forum statistieken

Onderwerpen
4.541
Berichten
544.406
Leden
8.663
Nieuwste lid
Gerard.38
Word vaste donateur van dit forum
Terug
Bovenaan