OK, ff back on-topic ;-)
Gebruikte bijbelvertaling: Statenvertaling gekozen
Schuin gedrukte tekst is mijn eigen tekst, anders is het een citaat uit de bijbel.
------------------------------------BEGIN------------------------------------
Het boek Genesis begint met de schepping van de dieren, de planten en daarna de mens. Nadat hij de mens had gemaakt gaf hij deze de eerste twee opdrachten:
Genesis 1:28
28 Voorts zegende God hen en God zei tot hen: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar, en hebt de vissen der zee en de vliegende schepselen van de hemel en elk levend schepsel dat zich op de aarde beweegt, in onderworpenheid.”
Vervolgens vertelde hij de mens ook wat deze kon gaan eten, en wat de dieren die God had geschapen zouden eten:
Genesis 1:29-30
29 Verder zei God: „Ziet, ik heb U alle zaaddragende plantengroei die op de oppervlakte van de gehele aarde is, en elke boom waar zaaddragende boomvrucht aan zit, gegeven. U diene het tot voedsel. 30 En aan al het wild gedierte der aarde en aan elk vliegend schepsel van de hemel en aan alles wat zich op de aarde beweegt, waarin leven als een ziel is, heb ik alle groene plantengroei tot voedsel gegeven.” En het werd zo.
Ten slotte verteld God nog wat hij van zijn werk tot nu toe vindt en zegt hierover:
Genesis 31
31 Daarna zag God alles wat hij gemaakt had en zie! [het was] zeer goed. En het werd avond en het werd morgen: een zesde dag.
In Genesis 2 wordt de mens een gebod opgelegd dat er één ding is wat hij niet mag eten.
Genesis 2:16-17
16 En de HEERE God gebood den mens, zeggende: Van allen boom dezes hofs zult gij vrijelijk eten;
17 Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven.
Hier lees je dat de mens van elke boom mag eten, behalve van de boom der kennis van goed en kwaad, want als de mens dat toch zou doen, dan zou hij sterven. Interessant is dus nu ook dat de mens blijkbaar niet dood kan gaan zolang hij maar niet van deze ene boom eet, en dus eeuwig leven heeft.. Bedenk ook eens onder wat voor een perfecte of volmaakte omstandigheden deze twee mensen leefde, beide waren sterk, vitaal, mooi, hadden de mooiste plek om te wonen, want ze leefde op een plek waar flora en fauna samen kwam zoals daarna nooit meer is geëvenaard simpel weg omdat deze tuin direct door God was aangelegd. Er waren geen problemen, geweld, oorlog, ziekte of dood. Ze hadden een prachtige opdracht om de aarde te bevolken en voor de natuur te zorgen (in onderworpenheid hebben). Een situatie waar we nu alleen nog maar over kunnen dromen. Daarnaast hadden ze direct contact met God, hij was hun Vader en heeft hun alles geleerd.
Op een gegeven moment is er een engel die niet langer meer wilt leven onder leiding van zijn Vader, God dus. Hij gaat naar de mensen toe, en probeert de vrouw ertoe over te brengen om toch de verboden vrucht te eten. Hier worden een aantal opmerkelijke dingen gezegd waar je misschien nog nooit over na hebt gedacht.
Genesis 3:1-6
1 De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook, dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?
2 En de vrouw zeide tot de slang: Van de vrucht der bomen dezes hofs zullen wij eten;
3 Maar van de vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: Gij zult van die niet eten, noch die aanroeren, opdat gij niet sterft.
4 Toen zeide de slang tot de vrouw: Gijlieden zult den dood niet sterven;
5 Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.
6 En de vrouw zag, dat die boom goed was tot spijze, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, een boom, die begeerlijk was om verstandig te maken; en zij nam van zijn vrucht en at; en zij gaf ook haar man met haar, en hij at.
De slang begint heel “sneaky” met een vraag te stellen om de aandacht van de vrouw op de verboden boom te richten in vers 1. De vrouw weet hoe de zaak zit en geeft een helder en duidelijk antwoord in de verzen 2 en 3. Nu komt het, de slang zegt nu in vers 4, „ Gijlieden zult den dood niet sterven, en maakt God hier uit voor een leugenaar, de eerste leugen ooit is hier zojuist gemaakt. Dan maakt hij het nog erger door te zeggen dat God hun iets goeds onthoudt, en hun dus niet het beste wilt geven, hij zegt eigenlijk God is geen goede God, en heeft niet het recht om over jullie te regeren, jullie kunnen het zelf beter. (zie vers 5:” Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.”). Volgens de listige slang deelde God niet alles met hen, en onthield hen iets goeds, namelijk de kennis van goed en kwaad. De vrouw keek naar de boom, bleef nu kijken, de boom werd steeds aantrekkelijker, ze begon aan God te twijfelen en ze maakte de keus om niet langer te willen leven onder Gods leiding, en het liever op haar eigen manier te doen. Ook haar man was het hiermee eens, want ook hij at van de vrucht.
Wanneer verandert er iets omtrent het eten? Dit gebeurt nadat de vloed heeft plaatsgevonden, en Noach en zijn gezin uit de ark komen. God geeft daar een nieuw gebod omtrent eten.
Genesis 9:3-4
3 Al wat zich roert, dat levend is, zij u tot spijze; Ik heb het u al gegeven, gelijk het groene kruid.
4 Doch het vlees met zijn ziel, dat is zijn bloed, zult gij niet eten.
Dus vanaf nu mogen de mensen alles eten behalve bloed.
Dit verandert later wanneer de Mozaïsche wet aan het volk (Israël) wordt gegeven, hierin worden dieren genoemd die wel, en niet gegeten mochten worden.
Deuteronomium 14:3-21
3 Gij zult geen gruwel eten.
4 Dit zijn de beesten, die gijlieden eten zult; een os, klein vee der schapen, en klein vee der geiten;
5 Een hert, en een ree, en een buffel, en een steenbok, en een das, en een wilde os, en een gems.
6 Alle beesten, die de klauwen verdelen, en de kloof in twee klauwen klieven, en herkauwen onder de beesten, die zult gij eten.
7 Maar deze zult gij niet eten, van degenen, die alleen herkauwen, of van degenen, die den gekloofden klauw alleen verdelen: den kemel, en den haas, en het konijn; want deze herkauwen wel, maar zij verdelen den klauw niet; onrein zullen zij ulieden zijn.
8 Ook het varken; want dat verdeelt zijn klauw wel, maar het herkauwt niet; onrein zal het ulieden zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij niet aanroeren.
9 Dit zult gij eten van alles, wat in de wateren is; al wat vinnen en schubben heeft, zult gij eten.
10 Maar al wat geen vinnen en schubben heeft, zult gij niet eten; het zal ulieden onrein zijn.
11 Allen reinen vogel zult gij eten.
12 Maar deze zijn het, van dewelke gij niet zult eten: de arend, en de havik, en de zeearend;
13 En de wouw, en de kraai, en de gier naar haar aard;
14 En alle rave naar zijn aard;
15 En de struis, en de nachtuil, en de koekoek, en de sperwer naar zijn aard;
16 En de steenuil, en de schuifuit, en de kauw,
17 En de roerdomp, en de pelikaan, en het duikertje;
18 En de ooievaar, en de reiger naar zijn aard; en de hop, en de vledermuis;
19 Ook al het kruipend gevogelte zal ulieden onrein zijn; zij zullen niet gegeten worden.
20 Al het rein gevogelte zult gij eten.
21 Gij zult geen dood aas eten; den vreemdeling, die in uw poorten is, zult gij het geven, dat hij het ete, of verkoopt het den vreemde; want gij zijt een heilig volk den HEERE, uw God. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder.
Later als de messias (Jezus Christus) op aarde is gekomen en gestorven, is de Mozaïsche wet niet meer noodzakelijk (nog steeds handig en leerzaam!) dus ook niet de voedselvoorschriften.
Romeinen 10:4
4 Want het einde der wet is Christus, tot rechtvaardigheid een iegelijk, die gelooft.
Wel wordt nog eenmaal benadrukt dat bloed eten nog steeds niet kan.
Handelingen 15:19-20
19 Daarom oordeel ik, dat men degenen, die uit de heidenen zich tot God bekeren, niet beroere;
20 Maar hun zal aanschrijven, dat zij zich onthouden van de dingen, die door de afgoden besmet zijn, en van hoererij, en van het verstikte, en van bloed.
------------------------------------EINDE------------------------------------
Dit was wat ik wist over eten en de bijbel. Wellicht dat anderen met een andere religie of levenswijze ook e.e.a. kunnen vertellen wat de gewoonte is omtrent voeding.