Quote:
Over adoptie en even back to basics:
Adopteren gebeurde van oudsher als er ergens kinderen over waren, zonder iemand om voor ze te zorgen. Iedereen die deze verantwoordelijkheid op zich wil nemen is in zo'n situatie een redder in nood en mag gehuldigd worden.
Dat is heel wat anders. Dat is de 'extended family', waar thijs het over heeft. Dit zijn familieleden, stamleden of dorpelingen die zich ontfermen over het kind. Moderne adoptie van kinderen uit andere landen is gelegaliseerde kinderhandel. Kinderen die hun ouders en hun cultuur niet leren kennen, lijden veelvuldig aan 'geen-bodem-syndroom':
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hechtingsstoornistheorie
Quote:
Het Geen-Bodem-Syndroom kan omgeschreven worden als een abnormaal sociaal gedrag en een tekort aan vaardigheden om diepere genegenheid, motivatie en verbintenissen met betrekking tot iets of iemand aan de dag te leggen. Het syndroom heeft geen wetenschappelijke basis, maar beoogt een eigen beeld te geven van verschillende symptomen van andere aandoeningen.
Er is geen echte bodem in het bestaan. Het is net een bodemloze put. Je stopt er oneindig veel liefde, aandacht en zorg in, maar er komt zelden iets terug. Het kind heeft in de allereerste levensfase nooit het fundament in zijn bestaan kunnen leggen van de liefhebbende volwassene aan wie het al dan niet was toevertrouwd.
Het syndroom komt veelal voor bij adoptiekinderen die op (soms) oudere leeftijd werden geadopteerd, waarvan de voorgeschiedenis onvoldoende is gekend. Het komt echter evenzeer voor bij biologisch eigen kinderen, pleegkinderen en stiefkinderen die om een of andere reden het basisvertrouwen met ouder(s) hebben (moeten) gemist (missen)
Het kind vertoont weinig eigen kern, bestaansverbinding: Er is weinig of geen "ik"; daarnaast geen vertrouwen in volwassenen, met als gevolg diepgewortelde angst om (h)echte relaties aan te gaan. Er is een sterke neiging tot het leggen van oppervlakkige, wisselende contacten. Hierdoor is de problematiek voor anderen slecht invoelbaar. Die anderen, inclusief hulpverleners zien niets of weinig.
De intieme emotionele banden binnen het gezin worden als bedreigend ervaren. Oppervlakkige aandacht van talloze onbekenden wordt meer op prijs gesteld, dan de persoonlijk gerichte aandacht van enkele vertrouwde personen. Het verschil tussen vriend en vreemde wordt niet echt gevoeld. Er is tussen de verzorgende ouder(s) en het kind een permanente machtsstrijd gaande die niet waarneembaar is door derden. Emoties kunnen daarbij aan en uitgeschakeld worden, als op bevel.
Het vroegste ervaren van "pijn" of "niet gewenst zijn" is onvoorstelbaar vernietigend. Dit ontbreken van basisvertrouwen in de allereerste levensfase uit zich vaak in vernietigingsdrang die zich richt tegen zichzelf of de naaste verwanten (ouders en andere broers of zussen). Andere uitingen van die agressie kunnen zijn: wreedheid jegens dieren, vernielen, liegen, slapeloosheid, provocerend seksueel gedrag en weglopen. Meestal ziet men een onverzadigbare honger naar aandacht. Negatieve aandacht levert daarbij dikwijls meer resultaat op dan positieve.
Het kind heeft nauwelijks remmen of drempels. Het heeft weinig of geen schuldgevoel. De gewetensontwikkeling is niet/weinig op gang gekomen.
Het kind vertoont overlevingsgedrag en schijnaanpassing. Het is geniaal in het observeren, taxeren en manipuleren van de mensen om zich heen. Er is een sterke tendens de ouders en andere gezinsleden tegen elkaar uit te spelen. Evenzo met kennissen, vrienden, familie, leerkrachten, enz...
Er is nooit echt bevrediging. Het kind voelt zich steeds te kort gedaan.
Het kind heeft relatief weinig gevoel voor ruimte en tijd. Er ontstaan vaak leerproblemen ondanks een meestal normale begaafdheid.
Bij adoptiekinderen kenmerkt de beginfase zich meestal door onbegrijpelijk goed aangepast gedrag, zonder heimwee, zowel thuis als op school. Naarmate de tijd verstrijkt is het gedrag naar de verzorgende ouder(s) steeds afwijzender. Naar anderen toe blijft het begin-gedrag echter gehandhaafd, soms ook tegenover de ouder die niet onmiddellijk de dagelijkse zorg over het kind heeft.
Mike